Kinderen hebben bij ons op school de mogelijkheid om vanaf groep 1 kennis te maken met de Engelse taal. Het Engelse onderwijs wordt geboden met behulp van de methode Exploring English. Deze methode lijkt op Taal:Doen!. In de kast zitten allemaal doosjes waarin een bepaald leerdoel centraal staat. Er zit geen specifieke volgorde in de werkjes. Dit betekent dan ook dat het kind in principe overal kan beginnen. De moeilijkheidsgraad loopt wel sterk uiteen. Tijdens de verwerking kan er gedifferentieerd worden.
In de onderbouw hebben de kinderen de mogelijkheid om met het materiaal te werken, maar is het geen verplichting. De leerkrachten houden middels observatie goed in de gaten welke kinderen er al toe zijn. Dan zullen ze de interesse proberen te wekken door een lesje te geven.
In de middenbouw maken de kinderen in ieder geval één keer per week een Engels werkje. Hierbij geldt weer, de kinderen mogen zelf met welk doosje zij gaan werken. Als zij willen, mogen zij natuurlijk meerdere Engelse werkjes maken.
In de tussenbouw staat er een aantal weken een thema centraal en maken de kinderen de opdrachten van de doosjes, die bij dat thema horen. In de bovenbouw gaan we meer naar de toepassing, waar de kinderen, naast het maken van de opdrachten uit de doosjes, vooral in gesprek gaan met elkaar naar aanleiding van Inspirations. Dit zijn inspiratiekaarten voor de leerkracht, die de basis zijn voor een lesje.